Interview met Richard Slagboom
Vrijwilliger bij de Natuur- en Vogelwacht & docent
We kijken uit over de groene weiden van de Alblasserwaard. Een mooie locatie voor een gesprek over Prachtlint, een initiatief waar Richard Slagboom al enige tijd trekker van is. Prachtlint is ontstaan rond 2011, toen de toenmalige Staatssecretaris van LNV de Ecologische Hoofdstructuur van tafel veegde. Natuurliefhebbers uit de omgeving namen toen het heft in handen: dan gaan we die ecologische verbindingen zelf wel realiseren.
In het gesprek verkennen we de ontstaansgeschiedenis van Prachtlint en de vraag wat er nodig is om zo’n initiatief te starten, vast te houden en uit te bouwen.
Veldleeuwerik
“Ik zie mooie bloemrijke landschappen voor me. Vlinders weer terug. Met heldere sloten. Meer vogels. Mijn droom is dat we de veldleeuwerik weer horen zingen, grutto’s vliegend boven de graslanden. Een authentiek Hollands polderlandschap met hier en daar een eendenkooi. Ja, noem het een nostalgisch beeld, maar waarom zou dat niet in deze moderne tijd passen? Waarom moet de Nederlandse landbouw gericht blijven op maximale productie? Dat is toch niet houdbaar. Kijk naar buiten: het is één grote groene woestijn.
We zijn nu met een stel enthousiastelingen. Ecologen, een tuinarchitect, maar ook mensen uit de communicatiehoek. Zelf ben ik leraar aardrijkskunde, maatschappijleer, media en vormgeving op een school hier in de regio. Met Prachtlint willen we van onderop met lokale gebieds beherende partijen natuur creëren. Langs dijken, de wegbermen. Kleine stukjes natuur die er nog zijn met elkaar verbinden. Ik vind het mooi om te zien dat steeds meer boeren aanhaken. Steeds meer boeren die ook niet meer mee willen doen in de ratrace van productie, schaalvergroting en efficiency. Zij zijn hier opgegroeid, ze kennen de omgeving door en door, zijn ermee verbonden.
Gewoon gaan doen
Hoe het initiatief ontstaan is? Nou de aanleiding was dus het afschaffen van de Ecologische Hoofdstructuur door het Rijk. Een stel vrijwilligers is toen zelf natuur gaan maken door bermen in te gaan zaaien. Niet afwachten, gewoon gaan doen. Daar was toen best kritiek op, ook van mijzelf – ik was in die tijd nog niet betrokken: door te zaaien introduceer je allemaal gebiedsvreemde soorten. Dat is meer tuinieren dan natuur creëren. Maar dit initiatief is wel enorm van betekenis geweest. In no time stonden de bermen vol met klaprozen en korenbloemen. En hoewel die van nature niet voorkomen in onze regio vond het publiek het prachtig. Dat heeft voor heel veel goodwill gezorgd.
Inmiddels pakken we het veel professioneler aan, ook dankzij de deskundigheid die we aan ons initiatief hebben weten te verbinden. We maaien en voeren het maaisel nu af, zodat de bodem langzaam steeds schraler worden. Zo ontstaat er steeds meer ruimte voor gebiedseigen kruiden, knoopkruid, ratelaar, koninginnekruid, schermbloemige, koekoeksbloem. En het plan is om straks ook slimmer te gaan maaien: zodanig dat na elke maaibeurt een deel van de vegetatie blijft staan. Daar kunnen vogels en insecten zich dan in verschuilen en kunnen zaden voor het volgend seizoen gevormd worden.
Van initiatief naar project
We zijn nu een paar jaar bezig en ons initiatief groeit. Zo heb ik vanochtend een gesprek gevoerd in de Krimpenerwaard, waar ze heel geïnteresseerd zijn om ook met ons mee te gaan doen. Inmiddels wordt het ook steeds belangrijker om goede afspraken met elkaar te maken. Dat doen we in een beheerconvenant, waar alle gebieds beherende partijen die meedoen hun handtekening onder gezet hebben. Gemeenten, provincies, waterschap en de agrarische natuurvereniging.
Binnenkort gaan we met 70 groenbeheerders deelnemen aan de cursus Kleurkeur in het kader van het beheerconvenant. Zo professionaliseren we verder. En we hebben binnen Groen Verbindt ook zelf een workshop ontwikkeld – ‘De Groene Bril’. Weliswaar niet onder de vlag van Prachtlint, maar daar plukken we er natuurlijk wel de vruchten van. ‘De Groene Bril’ helpt mensen bij hun projecten meer rekening te houden met ecologie en biodiversiteit. We geven de cursus onder andere aan gemeenteambtenaren, mensen die in het groenbeheer werken. Zodat ze niet zomaar een exotische struik in het gemeenteplantsoen planten, maar struiken die passen bij onze regio. Zo nemen ze biodiversiteit en klimaatadaptatie mee in hun werk. En dat hier de icoonsoorten van de Provincie weer van profiteren is natuurlijk mooi meegenomen Op die manier betrekken we ook het openbaar groen bij de vergroening van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.
De volgende stap is dat we ons ook op het stedelijk gebied gaan richten. Dat is heel spannend. Aan de ene kant kunnen we daar echt het verschil gaan maken, de meeste mensen wonen immers in de stad. Aan de andere kant is de binding met de regio vanuit de steden veel kleiner. Meer import, minder mensen die hier ook opgegroeid zijn.
Betrokkenheid en binding
Dat gebiedseigen is een terugkerend thema, ook op andere vlakken. Bijvoorbeeld met het binnenhalen van kennis. Ik pleit er altijd voor om meer gebruik te maken van de kennis die we hier met zijn allen al hebben. Niet een of ander bureau uit de andere kant van Nederland naar binnen halen, dat is nergens voor nodig. Werken met lokale mensen, met lokale kennis helpt enorm in de betrokkenheid en binding bij het project.
Dat is ook wel iets van deze regio. Er zijn weinig gebieden met zoveel actieve natuurclubs als hier. Daar moet je gebruik van maken. Ik ben er erg blij om dat de provincie dat ook ziet, waardeert en stimuleert. Het zorgt er ook voor dat je als je eenmaal in een gebied aan de slag gaat niet zo snel tegenover elkaar komt te staan, maar dat je er samen de schouders onder zet om er wat van te maken. Ja ik ben er echt trots op dat ons initiatief Prachtlint nu ook steeds meer omarmd wordt door de overheden hier in de omgeving.
Moeite
Laat ik voorop stellen, Prachtlint is voor mij een verhaal over succes. Dat neemt niet weg dat ik me ook wel eens zorgen maak. Niet alles gaat zomaar moeiteloos. Zodra partijen die vooral gericht zijn op geld verdienen zich ermee gaan bemoeien wordt het ingewikkeld. Duurzaamheid is een woord dat veel gebruikt wordt, ook door het bedrijfsleven, maar vaak zijn die bedrijven niet intrinsiek gemotiveerd om een bijdrage te leveren aan biodiversiteit. Dan sneuvelt die duurzaamheid al snel in de loop van het proces. We hebben daar veel last van, want veel grond is in handen van projectontwikkelaars.
Ik zie eigenlijk twee mogelijkheden om hier mee om te gaan. De ene is dat die bedrijven ook het voordeel van meer duurzaamheid gaan ervaren. Bijvoorbeeld wanneer ze het bedrijventerrein waarop ze gehuisvest zijn helpen te vergroenen. Tegen hittestress en wateroverlast, en voor een prettige omgeving waar hun medewerkers een wandelingetje in de pauze kunnen lopen.
De andere is het binden van krachtige spelers. Ik vind het provinciale initiatief Groene Cirkels een goed voorbeeld. Naturalis, Heineken en de Wageningen Universiteit doen daar in mee. Met zulke spelers kun je echt power ontwikkelen waarop anderen aanhaken. Wij hebben die krachtige spelers nog niet weten te binden.
Van Prachtlint naar Prachtsloten
Inmiddels hebben we Prachtlint uitgebreid met Prachtsloten. Daar ligt een gigantische natuur-potentie. Kijk maar eens naar een luchtfoto op google maps: De Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zijn dooraderd met een fijnmazig netwerk van sloten. Om de 30 meter. Als we die allemaal op een ecologische manier gaan beheren dan komt die droom van mij echt heel dichtbij.